ARKTOS

In 1949 gaat Ronnie Dessaur studeren in Amsterdam en wordt lid van de AVSV, de Amsterdamse Vrouwelijke Studentenvereniging en het dispuut Arktos. Arktos (1917-1997) was in die tijd en ook later nog een onconventioneel dispuut.

Het dispuut heeft een lange en vooral dwarse geschiedenis en wordt door Xandra Schutte (zelf Arkosiet) in een recensie over het boek Rebels binnen de regels. Het vrouwendispuut Arktos 1917-1997, in De Groene (26 februari 1997) omschreven als een gezelschap dames waarin intellectualiteit en losbandigheid, boeken en avontuur, diepzinnigheid en drank hand in hand gingen.
Geen wonder dat Ronnie zich aangetrokken voelde tot dit gezelschap van beschaafde en toch wilde dames. Maar zij is slechts kort lid geweest en de hierbij afgedrukte brief vertelt op nogal intellectualistische wijze wat haar ergerde. De werkelijkheid was echter een geheel andere en wordt beschreven in de biografie over Andreas Burnier (Elisabeth Lockhorn, Metselaar van de wereld):
‘Ronnie blijft niet lang lid van Arktos. Naar eigen zeggen omdat ze op een dag eerstejaars op de thee moest vragen en in paniek raakte omdat ze zich geen raad wist met dat ritueel. “Als lastige puber had ik mij niet verdiept in de ‘minderwaardige’ bezigheden van een huisvrouw, ik hield mij nooit met meisjesdingen bezig. Ik kon dus geen thee zetten en durfde niemand te vragen hoe dat moest. Toen heb ik dus mijn lidmaatschap opgezegd. Zo vreemd en gestoord was ik in die tijd.”’

De hierbij afgedrukte afbeeldingen (brief en tekeningen) komen uit het archief van Arktos dat is ondergebracht in Atria, Kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis te Amsterdam.

 

Brief Ronnie Dessaur aan A.R.K.T.O.S.

Amsterdam, 22 mei 1950

Beste René,

In tegenstelling tot de in de A.V.S.V en zeker ook in A.R.K.T.O.S. heersende opvatting dat een lid, en een eerstejaars lid in het bijzonder, een willig, liefst bij voortduring ter beschikking staand instrument dient te zijn, met de dure plicht de collectiviteit der mede-(dispuuts)leden binnen het verenigingsbestek zo goed mogelijk te dienen en naar buiten zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, ben ik van mening dat er voor een mens – en dus zelfs voor een eerstejaars corpsstudent – geen groter en waardevoller bezit bestaat dan de vrijheid van handelen en van denken. Daar zij uiteraard niet bij machte zijn de tweede vorm van vrijheid te beknotten zijn de A.V.S.V en haar disputen in de gelegenheid zich met onverdeelde energie aan het beperken van de vrijheid van handelen te wijden. Dat zij in deze bezigheid doorgaans wonderwel plegen te slagen strekt sedert enige tijd zeer tot mijn ongerief en misnoegen, terwijl bovendien de hierboven geschetste controverse het mij  j.l. Vrijdag onmogelijk maakte, –  om redenen zowel van morele als formele aard – de Arktosieten te ontvangen.

In de overtuiging dat je het bovenstaande als ‘typisch en – eerstejaars geraaskal’ schielijk naar de prullenmand zult verwijzen, verblijf ik,

je afvallige vazal,

Ronnie

(Aantekening ontvanger:)

Neen hoor

                 bewaren!

Webdesign & development: www.silicium.nl